Woordmerk Ruimtelijk erfgoed

Archeologiebeleid in Deventer

Gemeenten hebben een wettelijke zorgplicht voor hun erfgoed. Hiervan maken niet alleen zichtbare monumenten maar ook ondergrondse archeologische waarden deel uit. Een belangrijk onderdeel van het erfgoedbeleid is dat de archeologische waarden in de bodem waar mogelijk behouden blijven. Als dat niet mogelijk is en archeologische waarden door bodemingrepen verloren dreigen te gaan, is archeologisch onderzoek noodzakelijk. Hieronder vindt u in het kort het archeologiebeleid van Deventer.

  • Archeologiebeleid

    Wat betekenen de waarden op de beleidskaart?

    De beleidskaart kent 8 verschillende waarden (pdf) die lopen van waarde 0 tot 7.

    Waarde 0 zijn gebieden waar geen rekening (meer) hoeft te worden gehouden met archeologische resten. De overige waarden zijn gebaseerd op de kans dat archeologische resten worden gevonden. Bij waarde 1 is de kans op archeologische resten het kleinst. Bij waarde 7 is die kans het grootst.

    Bij een kleine kans kunnen meer werkzaamheden zonder archeologische voorwaarden worden uitgevoerd dan bij een grote kans. 

    Wat is een oppervlakte vrijstellingsgrens?

    Dit is de oppervlakte die u maximaal mag verstoren zonder dat daarbij archeologische voorwaarden worden gesteld. Deze oppervlakte is afhankelijk van de beleidswaarde. Hoe hoger de waarde, hoe kleiner de oppervlakte vrijstellingsgrens (pdf).

    U wilt bijvoorbeeld een zwembad van 50 m2 aanleggen in een gebied met waarde 4. Hier geldt een vrijstellingsgrens van 100 m2. De ingreep van 50 m2 is dus kleiner dan de vrijstellingsgrens. U heeft dan op archeologische gronden geen vergunning nodig.  

    Vanaf welke diepte moet ik rekening houden met archeologie?

    Dit is afhankelijk van de plaats in de gemeente. Elke locatie kent een beleidswaarde archeologie. Aan elke waarde is een maximale verstoringsdiepte (pdf). gekoppeld.

    Graaft u minder diep dan de verstoringsdiepte dan is op basis van archeologie geen vergunning nodig en zullen geen voorwaarden aan een omgevingsvergunning worden gesteld.

    Graaft u dieper dan deze grens en is de oppervlakte van de ingreep groter dan de oppervlakte vrijstellingsgrens dan worden wel archeologische voorwaarden gesteld.

    Wat betekent Vrijgeven?

    Dit betekent dat u de geplande werkzaamheden zonder archeologische voorwaarden kunt uitvoeren. U heeft dus op basis van archeologie geen aanlegvergunning nodig. Ook worden geen voorwaarden verbonden aan de omgevingsvergunning bouwen. Bekijk in het overzicht wanneer melding of onderzoek nodig is (pdf).

    Wat betekent een Meldingsplicht?

    Een meldingsplicht is van toepassing voor ingrepen die in relatie tot de verwachting klein zijn. De investering (tijd en geld) die moet worden gedaan voor dergelijk onderzoek weegt zelden op tegen de resultaten. Toch kunnen dergelijke ingrepen wel informatie opleveren die kan worden gebruikt om de verwachtingskaarten te verbeteren.

    Bij een meldingsplicht wordt aan de vergunning de voorwaarde verbonden, dat de start van de werkzaamheden moet worden gemeld en dat de gelegenheid moet worden geboden tot het doen van een waarneming. Bij een waarneming worden eventuele archeologische sporen tijdens de werkzaamheden van de aannemer gedocumenteerd.

    De doorlooptijd van een waarneming is beperkt. De aanvrager dient de gelegenheid te bieden tot het doen van de waarneming en kan geen stilstandskosten in rekening brengen. De kosten van de waarneming zijn voor rekening van de gemeente.

    Wat betekent Onderzoek?

    Onderzoek betekent altijd maatwerk. De te volgen stappen worden bepaald door de aard van de ingreep en de verwachting op de locatie.

    Bureauonderzoek

    De 1e stap is altijd een bureaustudie. Deze wordt opgesteld door de gemeente Deventer. U krijgt hiervoor niet apart kosten in rekening gebracht. In de bureaustudie wordt in detail gekeken wat de gevolgen van de geplande ingreep zijn voor de eventuele sporen en vondsten ter plaatse. Op basis hiervan wordt het vervolgtraject ingevuld.

    Boren

    Soms wordt de ingreep al op basis van de bureaustudie vrijgegeven. Vaak zal eerst een booronderzoek worden gevraagd. Dit onderzoek vindt plaats door het zetten van boringen met een grondboor.

    Bij ingrepen tot 2.500 m2 wordt dit onderzoek kosteloos uitgevoerd door de gemeente. Bij ingrepen vanaf 2.500 m2 is dit voor rekening van de aanvrager.

    Bij het booronderzoek wordt gekeken of de locatie in het verleden geschikt was voor bewoning en of er sprake is van eventuele verstoringen uit het (recente) verleden die (delen van) het bodemarchief hebben verstoord. Als sprake is van een intacte bodemopbouw zijn er een aantal opties:

    Behouden

    Dit betekent dat de plannen zo worden aangepast dat geen of zo min mogelijk verstoring van het bodemarchief plaatsvindt. Dit is altijd maatwerk. Voor vrijwel elke constructie is een beperkte verstoring nodig. Wanneer deze voldoet aan de voorwaarden voor archeologievriendelijk bouwen is geen opgraving nodig. In sommige gevallen, denk bijvoorbeeld aan een melkveestal met mestkelder, is behoud domweg niet mogelijk.

     

    Proefsleuven

    Bij terreinen met een grote oppervlakte of zeer complex bodemarchief worden doorgaans proefsleuven aangelegd. Met een tussenafstand van ongeveer 20 meter worden sleuven aangelegd. Op basis van de sleuven kunnen vindplaatsen worden aangetoond en begrensd.

    Op basis van deze gegevens kan dan worden besloten om te kiezen voor behoud, begeleiden of opgraven. De kosten van proefsleuven zijn voor rekening van de aanvrager.

     

    Begeleiden

    Bij een begeleiding worden de graafwerkzaamheden die nodig zijn voor de bouw/aanleg gecombineerd met het archeologisch onderzoek. Er worden vooraf afspraken gemaakt over de werkwijze en doorlooptijd om het onderzoek en de werkzaamheden zo efficiënt mogelijk te laten verlopen en de kosten te beperken. De kosten van de begeleiding zijn voor rekening van de aanvrager.

     

    Opgraven

    Als uit de proefsleuven naar voren komt dat op de locatie archeologische resten aanwezig zijn die vanwege de doorlooptijd niet doormiddel van een begeleiding kunnen worden onderzocht, wordt een opgraving uitgevoerd. Dit gebeurt voorafgaand aan de start van de (bouw)werkzaamheden. De kosten van de opgraving zijn voor rekening van de aanvrager.

    Wat kan ik doen om duur archeologisch onderzoek te voorkomen?

    Soms kan een kleine aanpassing van de plannen leiden tot aanzienlijk minder kosten. U kunt daarbij denken aan het kiezen van een locatie met een lagere verwachting of het toepassen van een archeologievriendelijke fundering. Dit is altijd maatwerk en er kan altijd kosteloos advies worden gevraagd bij de gemeente Deventer.

    Bij welke werkzaamheden moet ik rekening houden met archeologie?

    Bij alle werkzaamheden die dieper gaan dan de ter plaatse geldende vrijstellingsdiepte en een oppervlakte hebben groter dan de oppervlaktevrijstellingsgrens. Het maakt dus niet uit of het bijvoorbeeld de bouw van een stal betreft of het diepploegen van een perceel.

    Mijn vraag staat er niet bij of ik heb aanvullende vragen

    U kunt altijd contact opnemen met Bart Vermeulen van Archeologie Deventer:

    Waar nodig leggen we zaken graag nog een keer uit. Ook kunnen we u waar nodig een locatie specifiek advies geven. Voor deze advisering worden geen kosten in rekening gebracht.